De volgende maten zijn nodig voor het meten van de maten voor werkkleding:

Bovenkleding:

  • Borstomvang (bovenwijdte)

  • Taille (taillewijdte)

  • Heupomvang (heupwijdte)

Onderkleding:

  • Taille (taillewijdte)

  • Heupomvang (heupwijdte)

  • Beenlengte

Praktische tips

Voor het correct opnemen van maten adviseren wij altijd:

  • Een meetlint te gebruiken;.

  • ‘Trekken’ aan het meetlint te voorkomen; dit kan het meetlint doen uitrekken en zorgt dat de maten niet correct opgenomen worden.

  • Geen dikke kleding te dragen. Dikke kleding maakt het correct opnemen van de maten onmogelijk!

Stap 1: het meten van de bovenwijdte

De bovenwijdte is het breedste punt van de borstomvang. Het opnemen van de bovenwijdte verschilt voor mannen en vrouwen:

Voor vrouwen:

Houd het meetlint ter hoogte van de tepels voor het opmeten van de bovenwijdte.

Voor mannen:
Houd het meetlint net iets onder de oksels voor het opmeten van de bovenwijdte.

Stap 2: het meten van de taillewijdte

De taillewijdte kan worden opgenomen door het meetlint rond de (natuurlijke) taille te wikkelen.

Stap 3: het meten van de heupwijdte

De heupwijdte is het breedste punt van de heupen. Neem de maat op door het meetlint rond het breedste punt van de heupen te wikkelen.

Stap 4: het meten van de beenlengte

Voor het bepalen van de beenlengte wordt de lengte van het binnenbeen gemeten. Het opnemen van de beenlengte kan eenvoudig door de afstand tussen de kruisnaad van de (spijker)broek naar de zoom van broekspijp op te meten.

Basic fit vs. slim fit

Naast het meten van de maat is ook het kiezen van de pasvorm belangrijk: basic fit heeft een minder aansluitende pasvorm dan slim fit.